
- Titel
- In alle steden
- Auteur
- Aukelien Weverling
- Uitgeverij
- Meulenhoff
- Jaar
- 2017
- Pagina's
- 256
In alle steden heeft een cover om in te lijsten en ook het taalgebruik van Aukelien Weverling is een waar kunststukje. In het verhaal wordt een uitvergroting van onze maatschappij gemaakt. De kloof tussen arm en rijk lijkt niet meer te dichten, met de zorg is het bedroevend gesteld en surveillance is aan de orde van de dag. In alle steden heeft alle kenmerken van een interessante dystopie en weet de lezer te verwonderen, ondanks het gebrek aan actie. Een dringende waarschuwing voor de toekomst.
Van wijk A tot en met wijk G
In alle steden gaat over Bennie, een ontslagen alcoholist. In de maatschappij waarin hij leeft is de scheiding tussen arm en rijk pijnlijk zichtbaar. De rijksten leven in wijk A en de armsten in de wijken F en G. De rest zit er zo’n beetje tussenin. Bennie zoekt zich een weg langs illegale dranklokalen en trekt van baantje naar baantje. Hij probeert een weg terug te vinden naar een beter bestaan, waarin een bont gezelschap van lotgenoten hem bijstaat.
De manier waarop Aukelien Weverling onze huidige maatschappij aan de kaak stelt is zeer interessant. Enerzijds is de kloof tussen arm en rijk pijnlijk duidelijk, terwijl er ook veel aandacht gaat naar de misstanden in de zorg. Zo zit de moeder van Bennie in een armzalig opvanghuis en stelt hij zijn bezoekjes iedere dag opnieuw uit. Eenzame ouderen zijn helaas een verschijnsel van alledag. Bovendien lijkt het steeds realistischer te worden dat we in de toekomst allemaal mantelzorgers als Bennie moeten worden.
Daarnaast speelt ook surveillance een rol in het verhaal, zoals we dat kennen uit de dystopische klassieker 1984. Houd je je niet aan alle regeltjes in de maatschappij? Dan kan het zo maar gebeuren dat De Verbetering op de stoep staat. De regering houdt in de gaten hoeveel alcohol je drinkt of je wel sport en of je verder gezond leeft. Neem je een biertje meer of rook je een sigaret, dan betaal je automatisch een hogere zorgpremie. Voor de inwoners van wijken F en G betekent het eerder: heb je niemand om geld voor je op te hoesten, dan willen de dokters je niet behandelen. Een schrijnend maar realistisch vooruitzicht helaas.
Een apathisch personage met een verrassende stem
Op de omslag van In alle steden wordt het hoofdpersonage Bennie omschreven als een rasoptimist. Eerlijk gezegd is dit niet hoe ik hem ervoer tijdens het lezen. Hij geeft inderdaad niet op in zijn uitzichtloze bestaan en gaat steeds opnieuw op zoek naar een nieuwe baan, maar voor mij straalt hij geen optimisme uit. Hij is eerder apathisch en doorstaat dag na dag om weer genoeg geld te verdienen om wat drank te kopen. Bennie is overigens wel een zeer intelligent personage. Hij wilde eigenlijk architectuur studeren en heeft zo zijn eigen ideeën om de samenleving te verbeteren en arm en rijk met elkaar in contact te brengen.
Het boek kenmerkt zich door zeer bijzonder taalgebruik. Bennie is een verteller met een compleet eigen stijl waar je even aan moet wennen, maar als je er eenmaal in zit ben je helemaal mee in zijn belevingswereld. Het enige wat me opviel nadat ik het complete boek had gelezen, is dat er eigenlijk zeer weinig gebeurt doorheen het verhaal. In alle steden kabbelt en gaat zijn gangetje. Hoe Bennie zijn best ook doet, aan zijn situatie lijkt weinig te veranderen.
In alle steden is een dringende waarschuwing voor de toekomst.