Site pictogram Boekvinder.be

De 5 mooiste boeken die ik in 2018 las

Aan doodgaan dachten we niet - Gerda Blees

2018 was een heerlijk leesjaar. Ik las meer dan honderd prachtige boeken. Zowel romans en literatuur, als jeugdboeken en Young Adult. Met de nieuwe lay-out van mijn blog Oog op de Toekomst leek ook mijn liefde voor Science Fiction opnieuw aangewakkerd. Toch staken er op het vlak van literatuur een aantal boeken met kop en schouders bovenuit. Dit zijn mijn favoriete ontdekkingen van het afgelopen jaar.

1. Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken – Arjen van Veelen

Met stip op één: Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Deze essayistische roman van Arjen van Veelen is absoluut het mooiste boek dat ik in 2018 las. In het verhaal reist een jonge schrijver af naar Alexandrië om de boeken van zijn overleden vriend daar in de beroemde bibliotheek te plaatsen. Tegelijkertijd gaat de ik-figuur op zoek naar de tombe van Alexander de Grote, over wie hij al langer een biografie wil schrijven.

Arjen van Veelen heeft met Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken een prachtige ode aan de vriendschap en aan het leven geschreven. Het boek is best te omschrijven als een authentiek verslag van rouwverwerking, aangevuld met een spoedcursus Griekse mythologie en een introductie tot de mysterieuze verschijning van Alexander de Grote. Wat een eerlijk verhaal, zo rauw en puur. Ik was tot tranen toe geroerd.

2. Na Mattias – Peter Zantingh

W​elk verhaal blijft er van je over als je er niet meer bent? Mattias liep de deur uit en kwam niet meer terug. Acht mensen vertellen hoe ze achterblijven. Sommigen van hen hadden hem lief, anderen kenden hem niet eens. Maar elk personage heeft op een manier het overlijden van Mattias te verwerken.

Ik vond Na Mattias echt een prachtig verhaal. De personages zijn levensecht, de schrijfstijl lijkt simpel maar raakte me diep. Ook het plot is erg bijzonder. De manier waarop de acht personages, de acht perspectieven, met elkaar verbonden zijn is een prachtige puzzel. Zakdoekjes zijn geen overbodige luxe.

3. Aan doodgaan dachten we niet – Gerda Blees

Op Kort. Een avond met en over het korte verhaal kocht ik eindelijk Aan doodgaan dachten we niet, een bundel die al lange tijd op mijn verlanglijstje stond. Gerda Blees stelde gelukkig allesbehalve teleur.

Aan doodgaan dachten we niet, de verhalenbundel waarmee Gerda Blees debuteert, omvat tien verhalen die allemaal te maken hebben met de dood – en de manier waarop wij mensen hiermee omgaan. In het dagelijks leven denken we maar weinig aan de dood en als we het al doen is het op sterk geromantiseerde wijze. En dat terwijl de dood, zoals we in deze bundel zien, op ieder moment kan toeslaan. De schrijfstijl is bijna poëtisch en de personages zijn levensecht. Een verzameling mooi geschreven verhalen die je meer dan eens een naar gevoel in je buik zullen bezorgen.

4. Rivieren – Martin Michael Driessen

Rivieren is een prachtige bundeling van drie novelles waarin een rivier een grote rol speelt. Misschien zijn overigens ook eenzaamheid en lafheid overkoepelende thema’s te noemen voor de verhalen. In Fleuve Sauvage gaat een hedendaagse acteur op kanotocht in de Ardennen. Hij overdenkt zijn carrière en zijn gezinsleven, maar vooral zijn drang naar alcohol. Ook De reis naar de maan speelt zich af op de rivier, wanneer we de levens van twee heel verschillende jongemannen volgen. In Pierre en Adèle is het vervolgens de rivier die heerst en verdeelt.

Met weinig woorden weet Martin Michael Driessen de natuur, maar ook de mens te vatten in zijn strijd tegen zichzelf, de natuur of de ander. De personages zijn niet allemaal even sympathiek, maar des te realistischer. Ieder verhaal staat op zichzelf en voelt als een complete roman, maar de bundeling van de drie geeft het geheel iets magisch. Martin Michael Driessen is hard op weg een plekje te veroveren in de lijst van mijn favoriete auteurs.

5. De olifant van de bovenbuurman

Dit boek is in de letterlijke zin het mooiste dat ik las. De illustraties geven het verhaal een prachtige extra dimensie. In achtentwintig korte verhaaltjes vertelt Roos van Rijswerk in De olifant van de bovenbuurman het herkenbare verhaal van haar bovenbuurman. Een herrieschopper die ’s nachts tapdanst, aan karaoke doet en luide woordwisselingen heeft met zijn olifant. Soms hebben ze ruzie, maar meestal is het leven één groot feest. Ze schreeuwen hun gesprekken boven de muziek uit, boren gaatjes in de vloer en bouwen een grote bowlingbaan. De avonturen van het wonderlijke drietal dat boven Roos woont – de bovenbuurman, de olifant en de kangoeroe – laten je hardop schaterlachen. Tegelijkertijd zijn de conversaties ook heerlijk herkenbaar. Samen met de illustraties van Sylvia Weve is het boek een waar pareltje.

Mobiele versie afsluiten