Van kinds af aan ben ik een echte lezer geweest. Van Meester Kikker en Dolfje Weerwolfje tot de Kippenvel! boeken en Tina Toppers – ik heb boeken in alle soorten en maten verslonden. En dat doe ik nog steeds. De laatste tijd krijg ik echter steeds meer zin om alle ongelezen boeken in mijn kast te laten voor wat ze zijn en te beginnen mijn (historische) jeugdboeken te herlezen. Deze 9 boeken staan hoog op mijn lijstje.
De brief voor de koning – Tonke Dragt
Ik denk dat dit met recht één van mijn favoriete jeugdboeken is. De jonge Tiuri verbreekt de regels, die bepalen dat hij met niemand mag praten in de nacht voordat hij tot ridder zal worden geslagen. Hij opent de deur wanneer er aangeklopt wordt. Het verzoek dat hem wordt gedaan blijkt een heel gevaarlijke opdracht. Spannend en met een vleugje fantasie, zonder dat ik me vreemde wezens als draken of andere fabeldieren moet inbeelden. Onlangs kwam het heugelijke nieuws dat er een Netflix reeks gemaakt wordt op basis van dit boek en dat geeft me alleen maar meer goesting het boek nog eens terug op te pakken.
Kruistocht in spijkerbroek – Thea Beckman
Als kind was ik ook gek op de boeken van Thea Beckman. Helaas kan ik me van Kruistocht in spijkerbroek vooral de verfilming herinneren, terwijl ik zeker weet dat ik dit boek vroeger met veel plezier meerdere keren gelezen heb. Hoog tijd dus om dit spannende verhaal over de zestienjarige Dolf die via een tijdmachine per ongeluk in de Middeleeuwen belandt te herlezen. Door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in Midden-Frankrijk dat hij zo graag wilde bijwonen. Wanneer het hem niet lukt om terug te reizen naar het heden, besluit hij mee te gaan op Kruistocht.
Koning van Katoren – Jan Terlouw
Ik vind Koning van Katoren een geweldig boek. Het verhaal is zo inspirerend en van alle tijden. De vrolijke oude koning van het goede land Katoren is overleden zonder een opvolger te hebben. Zes zure ministers regeren het land en beweren al 17 jaar dat ze een nieuwe koning zoeken, maar er gebeurt niets. Dan komt de 17-jarige Stach de ministers vragen wat je moet doen om koning te worden. De ministers geven Stach zeven bijna onuitvoerbare opdrachten, waarop al velen voor hem hun kracht beproefd hebben. Maar Stach is niet bang. Hij is slim en weet met gezond verstand alle opdrachten uit te voeren, waardoor hij Katoren weer tot een leefbaar land maakt.
Geef me de ruimte! – Thea Beckman
Ook Geef me de ruimte! maakte enorm veel indruk op mij. Al jaren woedt in Frankrijk de Honderdjarige Oorlog met Engeland. Marije ontvlucht Brugge om aan een huwelijk te ontkomen en ontmoet een Franse troubadour met wie ze door het rumoerige Frankrijk trekt. Het zijn niet meer alleen de schitterend getooide ridders met hun voetvolk die ten strijde trekken; ook de boeren en de stedelingen bewapenen zich om zichzelf te beschermen. Een nieuwe onafhankelijkheid wordt geboren, een andere tijd breekt aan. Dit boek is het eerste deel van Thea Beckmans trilogie over de Honderdjarige Oorlog.
Honderd jaar en een zomer – Klaus Kordon
Het wordt een gedenkwaardige zomer voor Eva Seemann. Ze gaat niet alleen voor het eerst op bezoek bij haar grootvader in Berlijn, maar daar ontmoet ze ook de liefde van haar leven: Gregg. Opa Robert woont nog in hetzelfde huis waar zijn grootmoeder honderd jaar geleden als dienstmeisje werkte en woonde. Dankzij brieven en foto’s leert Eva haar betovergrootmoeder steeds beter kennen. Als een projectontwikkelaar het hele huizenblok wil slopen, proberen Gregg, Eva en haar opa dit te verhinderen. Want het huis is meer dan alleen een vervallen gebouw: het vertelt ook het verhaal van de vele gezinnen die er gewoond hebben. Een heel interessant boek!
Het sinaasappelmeisje – Jostein Gaarder
Jostein Gaarder is vooral bekend van De wereld van Sofie, maar ook zijn andere boeken vond ik geweldig. Het Sinaasappelmeisje gaat over Georg, die op een dag een brief ontvangt van zijn overleden vader. In de brief schrijft vader een sprookje over het Sinaasappelmeisje – spannend, vol humor en ontroerend. Hoe hij haar toevallig heeft leren kennen en hoe hij verliefd op haar is geworden. Dat zij heel leuke jaren met elkaar hebben gehad, maar ook dat hij ongeneeslijk ziek werd. Eerst begrijpt Georg niet waarom zijn vader dit verhaal aan hem vertelt, maar dan wordt steeds duidelijker wie het Sinaasappelmeisje is – zijn moeder. Het sprookje heeft voor Georg dus verstrekkende gevolgen gehad, want hij zou er niet zijn geweest als zij elkaar niet hadden ontmoet. Maar Jan Olav vertelt niet alleen een sprookje, hij stelt zijn zoon ook vragen in deze brief. Moeilijke vragen voor Georg zoals of hij überhaupt voor een leven op aarde zou hebben gekozen als hij van begin af aan had geweten dat hij ook weer dood zou gaan. Opnieuw een enorm filosofisch, maar prachtig verhaal.
Meester van de zwarte molen – Otfried Preußler
Van dit boek kan ik me enkel herinneren dat ik het super spannend vond en helemaal geweldig, maar van het verhaal weet ik nog weinig. Krabat komt als leerling op een molen. Die molen blijkt een school van zwarte kunst te zijn. De molenaar is Meester in de toverkunst. Twaalf knechten heeft hij: twaalf leerlingen. Weglopen kunnen ze niet, want de toverkunsten van de Meester zorgen ervoor dat de weg ze steeds weer naar de molen terug leidt.
Torenhoog en mijlen breed – Tonke Dragt
Torenhoog en mijlen breed is misschien wel het eerste Science Fiction boek dat ik ooit las, zonder het te beseffen. In dit boek zijn de bossen op aarde helemaal verdwenen. Planeetonderzoeker Edu wil naar Venus, waar nog wel wouden zijn. Op Venus hebben de mensen zich echter teruggetrokken onder een veilige koepel. Ze zijn bang voor alles wat met de natuur te maken heeft. Daar verzet Edu zich tegen. Hij wil zelf ervaren wat volgens de computers zo gevaarlijk zou zijn en gaat wandelen in het woud. Het gevaar blijkt heel anders te zijn dan hij ooit had kunnen vermoeden..
Soraya Verstekelinge naar het geluk – Jannie Lemmens Banis
Dit boek las ik toen ik in groep acht zat van de basisschool en ik vond het zo mooi dat ik de meester overtuigde om het verhaal voor te lezen aan de klas. Het boek gaat over Soraya die met haar ouders in het kleine dorpje Radyro woont. Regelmatig trekt haar vader naar de ver weg gelegen grote stad om daar wat geld te verdienen zodat ze eten kunnen kopen. De levensomstandigheden in het dorpje zijn ronduit slecht. De vader van Soraya komt in contact met medewerkers van UNICEF en weet ze ervan te overtuigen dat er dringend hulp nodig is in zijn dorp. Dan gebeurt er iets vreselijks. Op de terugweg uit de stad verongelukt hij. Ondanks het verdriet over de dood van haar vader is Soraya ook dankbaar, omdat hij ervoor heeft gezorgd dat het dorp hulp krijgt.