Toen ik De Engelenmaker voor het eerst las, ik moet een jaar of zestien, zeventien geweest zijn, wist Stefan Brijs me compleet weg te blazen. Nu tien jaar later hoort dit boek na vele keren herlezen nog altijd tot mijn favorieten. Mijn gevoel is zelfs dat het verhaal van Victor Hoppe hoe vaker ik het lees, steeds genialer lijkt te worden. Naast De Engelenmaker wist Brijs ook mijn hart te stelen met Arend en Post voor Mevrouw Bromley. Naar aanleiding van een gesprek over twintig jaar schrijverschap tussen Elke Vandersypen en Stefan Brijs op de Boekenbeurs, schrijf ik een ode aan deze meesterverteller van eigen bodem. Graag illustreer ik mijn verhaal met foto’s van en quotes uit het interview op de Boekenbeurs.
Op de Boekenbeurs viert Stefan Brijs volgens het programmaboekje twintig jaar schrijverschap, maar Elke Vandersypen merkt terecht op dat het eigenlijk dertig jaar zou moeten zijn – op zijn zeventiende schreef Brijs een manuscript in de stijl van Brusselmans. “Vanaf mijn zeventiende wilde ik schrijven en dat ben ik altijd blijven doen. Op de middelbare school moesten wij Willem Elsschot en Louis Paul Boon lezen, terwijl ondertussen nieuwe stemmen als Brusselmans en Lanoye opkwamen. Daar had ik als jongeman natuurlijk veel meer mee. Ik schreef dan ook een boek in de stijl van Brusselmans, maar kreeg een jaar later bericht van de uitgeverij dat ze het boek niet gingen uitgeven. Wel zagen ze dat ik talent had.”
Persoonlijk ben ik ontzettend blij dat Stefan Brijs uit het spoor van Herman Brusselmans is getreden, want ik denk dat één Brusselmans genoeg is – en ik ben blij dat de auteur Stefan Brijs zijn eigen stijl wist te ontdekken. Wat zijn boeken wat mij betreft zo goed maken is de sobere schrijfstijl die je tegelijkertijd altijd weet te raken. De wisselwerking tussen afstand en emotie is geniaal, terwijl ieder verhaal tot in de details klopt en sterk in elkaar zit. Brijs: “Schrijven is voortdurend streven naar absolute perfectie. Ik herschrijf net zo lang tot ik helemaal tevreden ben. Als een boek al naar de pers is, durf ik zelfs nog wel eens een woord of een zin te laten veranderen.”
In bijvoorbeeld De Engelenmaker krijgen we te maken met een bijna emotieloos hoofdpersonage: dokter Victor Hoppe. Hoewel iedere vorm van emotie hem totaal vreemd is, krijg je als lezer wel met dit zonderlinge personage en zijn omgeving te doen – al sta je tegelijkertijd versteld door de capriolen die de wetenschapper durft uit te halen. Het is een intrigerend verhaal over wetenschap en ethiek: hoe ver mag je gaan in naam der wetenschap? Tegelijkertijd speelt ook religie een grote rol in dit verhaal. Waar vele mensen wetenschap en religie lijnrecht tegenover elkaar plaatsen, gaan beide zaken voor Victor Hoppe hand in hand. Een boek zoals je nog nooit gelezen hebt – en daarna ook nooit meer zult lezen, tenzij je weer van voren af aan begint.
Mensen vragen vaak naar een vervolg op De Engelenmaker, maar dat zit er helaas niet in. Brijs: “Dat boek heb ik al geschreven, ik wil een nieuw verhaal met nieuwe personages ontwikkelen. Dat is iedere keer hard werken. Maar alle boeken waar ik aan begonnen ben, heb ik ook voltooid.”
Ook was er meerdere malen sprake van een verfilming van het boek waarmee Brijs bij het grote publiek bekend werd, maar ook dat kunnen we vergeten. Stefan Brijs: “Ik zeg in alle bescheidenheid dat gebleken is dat het boek zo geniaal in elkaar zit, dat het onmogelijk te verfilmen is.”
“Het is hard werken,” zegt Stefan Brijs over zijn schrijverschap en in zijn geval komt er ook veel schrapwerk bij kijken. Brijs: “De Engelenmaker was eerst 800 pagina’s en dat heb ik terug weten te brengen tot 400. Als ik begin met schrijven heb ik geen plan; ik heb een eerste hoofdstuk en laat me door mijn personages leiden. Ik wil mezelf laten verrassen en zo ook mijn lezers. Zo beleef ik plezier aan het schrijven.”
De lezer verrassen is één van de vele kenmerken van zijn oeuvre. Met Arend wist Stefan Brijs me niet enkel te verrassen, maar vooral ook tot tranen te roeren. Dit boek gaat over een jongetje, Arend, dat nooit geboren had mogen worden. Zijn moeder geeft hem meer slaag dan liefde, op straat wordt hij nagestaard en op school wordt hij gepest. Arend is het aangrijpende levensverhaal van een klein jongetje met een obsessie voor vogels (herkenbaar!): hij wil graag vleugels hebben. Zakdoekjes zijn absoluut geen overbodige luxe bij het lezen van dit boek. Uit dit verhaal blijkt opnieuw dat Brijs een meesterverteller is, omdat hij de lezer empathie weet te laten voelen voor de moeder die haar kind mishandeld. Een gedurfde thematiek, die heel sterk uitgewerkt wordt.
Daarnaast heeft Stefan Brijs ontzettend veel oog voor detail. Brijs: “Ik wil dat alles klopt. Dat is denk ik de kracht van mijn boeken, als je Post voor Mevrouw Bromley leest of Maan en zon, dan heb je het gevoel dat het echt gebeurd zou kunnen zijn. Ik heb jarenlang de Eerste Wereldoorlog bestudeerd om Post voor Mevrouw Bromley te schrijven. Waar de bom valt, is effectief een bom gevallen. Ik heb mijn personage in een bestaande setting geplaatst.”
Andalusisch Logboek is dan weer een heel ander werk van Stefan Brijs, het is zelfs geen roman. In het boek beschrijft hij het dagelijks leven in zijn nieuwe thuishaven Andalusië. De bonte verzameling van aantekeningen en impressies, belevenissen en verhalen over de natuur, de cultuur, de geschiedenis en de mensen in het zuiden van Spanje doen je door de beeldende omschrijvingen verlangen naar een zonvakantie in Andalusië – al voelt het tegelijkertijd alsof je tijdens het lezen al die tijd met Stefan Brijs doorbracht op zijn terras in het zonnige Zuid-Spanje.
De verhuizing naar Andalusië, waarover Brijs Andalusisch Logboek schreef, geeft de schrijver nieuwe adem om mee te schrijven. “Vroeger schreef ik dagelijks van tien tot vier, maar hier in Andalusië is dat van tien tot twee geworden. Ik heb hier geleerd om veel geconcentreerder te schrijven; ik schrijf in een hut achter in mijn tuin zonder internet en met fantastisch uitzicht. Het gaat veel vlotter en ik schrijf weer met veel meer plezier.”
De enige roman van Stefan Brijs die ik nog niet gelezen heb is Maan en Zon, maar daar gaat vanaf nu verandering in komen want het boek mocht, gesigneerd en wel, mee naar huis vanaf de Boekenbeurs. Maan en Zon speelt zich af op het zonnige Curaçao en vertelt het verhaal van drie generaties. De talentvolle Max droomde er altijd van om onderwijzer te worden, maar bijna een halve eeuw later blijkt er van die droom niets terechtgekomen. Max heeft zelf een zoon, terwijl zijn vader verlamd in een verzorgingstehuis zit. Wat is er misgegaan? Ik kan niet wachten om dit boek te lezen en het zelf te ontdekken.
Daarna is het uitkijken geblazen naar de nieuwe roman van Stefan Brijs die hij momenteel aan het schrijven is, maar waarover hij op de Boekenbeurs nog niets wilde loslaten. “Het is nog te vroeg om hierover te vertellen, maar ik heb wel het idee dat het schrijven zo goed gaat dat hij volgend jaar zou kunnen verschijnen.” Ik ben benieuwd!
Stefan Brijs – 20 jaar schrijverschap (Atlas Contact). Boekenbeurs 2017: 11 november, rood podium.
Boeken van Stefan Brijs
Klik op een cover om mijn recensie te lezen.