In de wachtkamer bij de dokter? Een trein met vertraging? Of een zonnige middag in het park? Ik heb altijd een boek bij de hand. Vandaag tip ik je vijf boeken die je zelfs in je handtas kunt meenemen en die ondanks hun kleine formaat, een grootse indruk achterlaten.
Mijn moeders strijd – Murat Isik
In Mijn moeders strijd vertelt Murat Isik het ware verhaal van zijn moeders emancipatiestrijd, nadat hij haar al eerder model liet staan voor de moederfiguur in zijn prijswinnende roman Wees onzichtbaar. Dit Boekenweekessay is zo eerlijk en mooi geschreven. Het feit dat Isik ook reflecteert op zijn eigen relatie met zijn moeder en zijn visie op het feminisme deelt, geeft het verhaal een diepere laag. Wat bovendien vooral weet te raken is de trots die doorheen de pagina’s klinkt. En na het lezen van dit boekje kun je alleen maar concluderen dat die trots meer dan terecht is. Wat een geweldig sterke vrouw is Aynur. Een vrouw die van kinds af aan ten strijde trok en haar eigen dromen wist te verwezenlijken. Ontzettend inspirerend.
De rug van een hand – Violante Juarez Oliveira
In De rug van een hand vertellen alle gedichten samen een prachtig, maar droevig verhaal. Ik houd van de korte, eenvoudig lijkende dichtregels die zo treffend zijn en zoveel emotie weten over te brengen. Het verhaal doorheen de gedichten voelt zo persoonlijk, maar heeft tegelijkertijd veel herkenbare elementen.
Ook de vormgeving van het boekje is bijzonder mooi, evenals de niet-chronologische vertelstructuur. Ik heb mijn exemplaar vol post-its geplakt bij de vele quotes die me wisten te raken. Ik weet zeker dat ik dit kleinood nog vaak open zal slaan. Een poëtisch pareltje.
De volgende scan duurt vijf minuten – Lieke Marsman
Meteen na haar schrijversresidentie in Tilburg kreeg Lieke Marsman ernstig nieuws: ze had kanker. In De volgende scan duurt vijf minuten onderzoekt ze in tien gedichten en een essay hoe een ziek lichaam zich verhoudt tot een zieke wereld. Marsman schrijft eerlijk over haar ziekte, terwijl ze haar kritische blik op de maatschappij niet verliest.
Ik vind het ontzettend gedurfd dat Lieke Marsman de lezer zo dichtbij laat komen. Ze is eerlijk, oprecht en puur. Maar ook hard, sterk en woedend. Een prachtig klein boekje, dat grootste gevoelens in zich meedraagt.
De olifant van de bovenbuurman – Roos van Rijswijk
In achtentwintig korte verhaaltjes vertelt Roos van Rijswerk het herkenbare verhaal van haar bovenbuurman. Een herrieschopper die ’s nachts tapdanst, aan karaoke doet en luide woordwisselingen heeft met zijn olifant. Soms hebben ze ruzie, maar meestal is het leven één groot feest. Ze schreeuwen hun gesprekken boven de muziek uit, boren gaatjes in de vloer en bouwen een grote bowlingbaan. De avonturen van het wonderlijke drietal dat boven Roos woont – de bovenbuurman, de olifant en de kangoeroe – laten je hardop schaterlachen. Tegelijkertijd zijn de conversaties ook heerlijk herkenbaar. De illustraties van Sylvia Weve maken De olifant van de bovenbuurman een plezier om te lezen.
Goudvissen en beton – Maartje Wortel
Goudvissen en beton was voor mij een fijne kennismaking met Maartje Wortel. Haar creatieve taalgebruik spreekt me enorm aan. Het verhaal raakt en het is alsof de auteur letterlijk tegen je spreekt. Ik ben heel benieuwd om meer te lezen van Wortel. Ook de fijne illustraties van Janine Hendriks zijn top en geven het boekje en bijzondere sfeer.
