De oneindige familie behandelt een interessant wetenschappelijk experiment omtrent het opvoeden van kinderen. Tien kinderen worden door negentien ouders opgevoed in één grote familie – de kinderen weten de eerste vijf jaar zelfs niet wie hun biologische ouders zijn. De schrijfstijl leest vlot en het verhaal is verslavend: hoe zal het utopische project zich ontwikkelen? Er ontstaan steeds meer barstjes in de eerst zo perfecte familie. Een verhaal dat nieuwsgierig maakt en tegelijkertijd ontroert, zeker wanneer het utopische experiment volkomen uit de hand loopt.
Hoe het allemaal begon
De negentienjarige Isabelle Poole is zwanger van haar docent Beeldende Kunst. Ondanks hun affaire ziet hij het niet zitten om samen een kind op te voeden. Hij dringt aan op abortus. Ook in haar omgeving krijgt Izzy weinig steun. Haar moeder is jaren geleden overleden en haar alcoholistische vader is met heel andere dingen bezig. Izzy weet honderd procent zeker dat ze het kindje wil houden, ondanks het feit dat ze hem/haar weinig te bieden heeft.
Maar dan ontmoet Izzy dr. Grind. Hij doet haar een ongewoon voorstel: met negen andere stellen en hun pasgeboren baby’s tien jaar lang deelnemen aan een wetenschappelijk experiment, Het Oneindige Familie Project. Grind wil daarmee zijn theorie bewijzen dat hoe meer ouderlijke liefde een kind krijgt in de eerste jaren van zijn leven, des te beter het volwassen zal worden. Ook de ouders hebben baat bij het experiment. Niet alleen zullen hun kinderen door de beste dokters en wetenschappers omringd worden en deel uitmaken van De Familie. De ouders krijgen een financiële vergoeding, mogen studeren wat ze willen en wonen in een luxueus complex.
Een roman over wetenschap
Hoewel Wilson verhaalt over een wetenschappelijk experiment is De oneindige familie wel degelijk een roman. De nadruk ligt op de personages en hun gevoelens bij, over en tijdens het project. Natuurlijk zien we bekende wetenschappelijke tests de revue passeren – waaronder de Stanford Marshmallow test – maar nergens voelt het verhaal hoogdrempelig aan.
De oneindige familie behandelt op toegankelijke wijze verschillende vragen. Waar ligt de grens tussen een wetenschappelijk experiment of een commune? Hoe voelt het om deel uit te maken van een tienjarig wetenschappelijk project? Is het ethisch verantwoord om op deze manier een soort ‘wonderkinderen’ te willen creëren? En waarom streven zoveel gezinnen naar perfectie?
Een verhaal over meerdere jaren
Ondanks de veelheid aan personages – een geldschieter, een baas, negentien ouders, tien kinderen, drie onderzoeksassistenten en ga zo maar door – is het verhaal goed te volgen. Natuurlijk leer je het ene personage beter kennen dan de andere, wat logisch is bij zo’n overvloed aan personages. Dit voelt echter zeer natuurlijk aan. Zeker omdat het voor Izzy ook niet makkelijk is om met iedereen in De Familie een band op te bouwen. De relaties onderling alsook de personages zelf komen realistisch en menselijk over. Vooral de manier waarop ieder personage omgaat met het gegeven van het Oneindige Familie Project is erg interessant.
De oneindige familie is geen boek boordevol actie, maar toch is het onmogelijk om te stoppen met lezen. Het verhaal bestrijkt meerdere jaren, maar nergens voelt het alsof informatie ontbreekt of dat het verhaal te snel voorbij ging. Kevin Wilson weet de informatie per jaar van het project zo te presenteren dat je een beeld krijgt van de spanningen onderling en de ontwikkelingen van de kinderen, terwijl het tegelijkertijd slechts ‘een aantal anekdotes uit jaar X’ zijn. De humor, die vaak net onder de oppervlakte verborgen lijkt te liggen, is droog en komisch. Het einde van het verhaal is helaas behoorlijk voorspelbaar. Het is vooral de weg ernaartoe die telt – en die weg is fantastisch beschreven.
Een utopische zoektocht naar perfectie binnen een bijzondere familie.
Met dank aan De Harmonie voor het opsturen van een recensie-exemplaar!