Als tiener werd Sohaila Abdulali slachtoffer van een groepsverkrachting in Mumbai. Ondertussen houdt de schrijfster zich al decennialang professioneel bezig met het onderwerp. Verhalen van overlevers, internationaal onderzoek en haar eigen ervaring vormen de basis van Waar we over praten als we over verkrachting praten. Dit is een belangrijk boek waarin geprobeerd wordt het onderwerp verkrachting uit de taboesfeer te halen. Het is een onderwerp dat niet alleen besproken mág worden, maar eigen gewoon op de (politieke) agenda moet staan. Zoveel vrouwen (en mannen) krijgen hiermee te maken. Veel van hen wordt een slachtofferrol aangepraat, velen onder hen hebben last van een schuldgevoel. Terwijl verkrachting ALTIJD de schuld van de dader is.
Verkrachting trekt het licht weg. Net als de ijzingwekkend griezelige Dementors van J.K Rowling zuigt het alle vreugde weg.
Toegegeven, het is niet altijd even prettig om Waar we over praten als we over verkrachting praten te lezen. De verhalen gaan van confronterend tot afschuwelijk – maar het is wel nodig om elkaar en de wereld om ons heen beter te leren begrijpen. Dergelijke ervaringen moeten niet weggemoffeld worden, maar verdienen het om serieus genomen te worden.
De oorverdovende stilte rondom seksueel geweld
Toen Sohaila Abdulali als tiener slachtoffer werd van een groepsverkrachting in Mumbai, ontdekte ze het taboe dat hierop rust in India. De politie geloofde haar niet en de arts was te gegeneerd om haar fatsoenlijk te onderzoeken – als gevolg ondertekende ze een rapport waarin staat dat haar die nacht niets is overkomen. Om terug te kunnen keren naar haar studie in Amerika moest ze deze beslissing wel nemen. Anders was ze hoogstwaarschijnlijk in hechtenis genomen en zou ze haar visum verliezen.
Ik heb mijn verhaal verteld. Anderen niet, om honderdduizend redenen.
Verontwaardigd over de oorverdovende oorverdovende stilte rondom seksueel geweld schreef Abdulali een artikel over haar ervaring voor een Indiaas vrouwenblad. Dertig jaar later – tijdens de opmars van #MeToo – dook dit artikel ineens weer op en ging het wereldwijd viraal. Sohaila Abdulali kwam bekend te staan als het Enige Nog Levende Verkrachtingsslachtoffer in India. Haar plotselinge bekendheid rakelde niet alleen haar persoonlijke ervaringen weer op, maar zorgde er ook voor dat ze besloot Waar we over praten als we over verkrachting praten te schrijven.
Als soort zijn we behoorlijk knap. Waarom is het dan zo moeilijk om te bedenken waar je wel en niet je penis in mag stoppen? Of te snappen dat niemand erom vraagt om verkracht te worden?
In dit boek onderzoekt Abdulali hoe we over seksueel misbruik denken, wat we erover zeggen, wat we er níét over zeggen en wat we volgende generaties willen meegeven.
Een boek als gespreksstarter
Verkrachting komt niet vaak ter sprake. Ook in Nederland en België lijkt er nog altijd een taboe te liggen op dit onderwerp. Een boek als Waar we over praten als we over verkrachting praten kan helpen om het gesprek te starten.
We moeten er hardop over praten, anders blijft het een gesprek op fluistertoon.
Abdulali vertrekt vanuit haar eigen ervaring, maar laat ook veel andere vrouwen en mannen aan het woord over hun verkrachting. Vooral ook de gevolgen – denk bijvoorbeeld aan een posttraumatische stressstoornis of de angst voor de tandarts – komen uitgebreid aan bod. Wat doet het met een mens om verkracht te worden? En hoe reageert de omgeving?
Toch blijft het boek niet enkel bij getuigenissen. De schrijfster onderzoekt ook op welke manier de politieke en juridische systemen bijdragen aan het taboe op verkrachting. In haar essay gaat ze over landgrenzen heen en maakt ze duidelijk dat verkrachting een wereldwijd probleem is.
Nee is nee
Een belangrijk onderwerp in het boek is het voorkomen van verkrachting. Praten over ‘preventie’ is echter niet gemakkelijk, want uiteindelijk ligt de fout bij de dader. Altijd. Toch zie je vaak initiatieven waarin vrouwen zelfverdedigingslessen volgen om potentiële slachtoffers weerbaarder te maken. Maar waarom richten we ons niet op de daders? Iedereen zou veilig over straat moeten kunnen lopen, zonder de angst dat er een verkrachter uit de bosjes springt. Iedereen zou moeten weten dat nee toch echt nee betekent. Sohaila Abdulali stelt voor om in onze seksuele voorlichting meer aandacht te besteden aan het genot dat seks kan bieden.
We roepen het idee op dat seks voor meisjes onprettige kanten heeft; we brengen meisjes groot die denken dat ze geen recht hebben om van seks te genieten, en jongens die het op zijn best niet kan schelen of hun partner geniet, en hen op zijn slechtst tot seks dwingen.
Hetzelfde geldt voor een onderwerp als instemming. We moeten meisjes leren dat seks ook iets voor hén moet zijn. Als je nee zegt, is het nee.
Stel je voor hoe anders het zou kunnen zijn als meisjes en vrouwen hét onderwerp van seks waren in plaats van het leidend voorwerp.
In Waar we over praten als we over verkrachting praten wordt seksueel geweld onderzocht. Wat zeggen we erover en wat niet? Dit boek van Sohaila Abdulali is moeilijk in een genrehokje te plaatsen, door de combinatie van getuigenissen, haar eigen ervaringen en onderzoeksresultaten. Dit neemt echter niet weg dat dit een zeer belangrijk boek is. Een onderwerp als verkrachting mag niet langer onder de mat geschoven worden. Waar we over praten als we over verkrachting praten is hier en daar confronterend om te lezen, maar geeft je inzicht in een belangrijke problematiek van onze maatschappij. Hoe kunnen we verkrachting zo veel mogelijk verbannen uit onze samenleving? De eerste stap is er over te praten en te lezen. Daarom schreef Sohaila Abdulali dit boek.
Met dank aan De Club van Echte Lezers voor een leesexemplaar!
Voor vragen en meer informatie over seksueel geweld, hulp bij het verwerkingsproces of een luisterend oor kun je terecht op seksueelgeweld.be.