- Titel
- De grote angst in de bergen
- Oorspronkelijk
- La grande peur dans la montagne
- Auteur
- Charles-Ferdinand Ramuz
- Vertaling
- Rokus Hofstede
- Uitgeverij
- Van Oorschot
- Jaar
- 2019
- Pagina's
- 190
De grote angst in de bergen uit 1926 vertelt een klassieke berglegende. In 2019 kreeg deze kroniek van een aangekondigde catastrofe dan eindelijk een Nederlandse vertaling van Rokus Hofstede. Het boek gaat over een groep herders. Zij leiden de koeien van het dorp voor de zomermaanden naar Sasseneire, een braakliggende alpenweide vlak onder de gletsjer, waar zich twintig jaar eerder vreemde ongelukken hebben voorgedaan. Volgens de oudere dorpsbewoners is die weide vervloekt. Als de koeien besmet raken met de ziekte, worden vee en herders in quarantaine geplaatst. De bange, bijgelovige, van de buitenwereld afgezonderde herders verliezen gaandeweg hun menselijkheid. De grote angst grijpt om zich heen.
De alpenweide brengt ongeluk
De grote angst in de bergen begint tijdens een vergadering van de dorpsraad. Het is tien uur ’s avonds en de vergadering is al drie uur bezig. De voorzitter, Maurice Prâlong, stelt voor om de alpenweide Sasseneire opnieuw in gebruik te nemen.
Eén ding is duidelijk als je ’t mij vraagt, namelijk dat we al twintig jaar achter elkaar mooi gras laten verpieteren, genoeg om de hele zomer zeventig stuks vee te weiden.
In De grote angst in de bergen wordt bijgeloof lijnrecht tegenover het rationele geplaatst. Jong en oud hebben ieder een eigen kijk op de alpenweide die zolang ongebruikt is. De oudere generatie staat aan de kant van het bijgeloof. Ze vertellen verhalen, kleine volkslegendes, over wat er zich twintig jaar geleden voor gruwelijks heeft afgespeeld op de berg. Voor hen tellen mensenlevens zwaarder dan geld. De jonge partij heeft een veel rationelere blik. Zij geloven niet in de verhalen van de ouderen en zijn zodoende vooral bezig om de gemeentefinanciën te spekken. Uiteindelijk komt het tot een stemming en kan het verhaal losbarsten.
‘Wie voor stemt, steekt zijn hand op,’ zei de voorzitter.
Er werden achtenvijftig handen opgestoken, en maar drieëndertig niet.
Een ingewikkeld perspectief
De grote angst in de bergen was niet wat ik ervan verwachtte. Het boek was vreemd en soms moeilijk om te lezen. Dit komt vooral door het wisselende perspectief dat nu eens samenvalt met de blik van een personage, dan weer met die van een anonieme getuige, om vervolgens afstand te nemen en van ver af de situatie te beschrijven. Ik, jij, hij, zij, men – ik vond het onduidelijk wie er bedoeld werd. Vaak vroeg ik me af of de auteur rechtstreeks tegen mij sprak. Hierdoor vergt het verhaal opperste concentratie om te lezen, terwijl de personages vlak blijven en het plot bijna flinterdun.
Ik hield van de setting in de bergen en van de prachtige cover. De illustratie op de voorkant alsook de setting van het verhaal doen me verlangen naar de bergen. Voor de rest kreeg ik tijdens het lezen geen enkele emotie. Ik vond De grote angst in de bergen niet niet eng (zou dat de bedoeling zijn?) en leefde ook niet mee toen er doden vielen. Ik vond het verhaal niet spannend, grappig of zielig. Het boek deed me eerlijk gezegd weinig. Bovendien verraste het verhaal nergens – van begin af aan voel je aan alles dat de herders een catastrofe over zichzelf hebben afgeroepen. Ook het einde was voorspelbaar.
De grote angst in de bergen toont aan dat het berglandschap onverwacht en grillig is. De natuur is de mens altijd de baas, lijkt de boodschap van Charles-Ferdinand Ramuz te zijn. Een interessante volksvertelling die niet altijd eenvoudig leest.
Met dank aan Elkedag Boeken voor het recensie-exemplaar.