Kintu is een prachtig epos over familie, religie en bijgeloof, rituelen en tradities en de geschiedenis van Oeganda. Jennifer Nansubuga Makumbi neemt je mee in een wonderlijke vertelling over Kintu en zijn afstammelingen. Deze clan gaat al generaties lang gebukt onder een vloek, nadat deze in 1750 werd uitgesproken over stamvader Kintu. In zes delen, die boeken worden genoemd, maak je kennis met een breed scala aan kleurrijke personages die – of ze er nu zelf in geloven of niet – allemaal te maken krijgen met de gevolgen van deze vloek. De samenleving had zulke hoge verwachtingen van mannen dat sommige eronder bezweken.
Kintu begint met een proloog die zich afspeelt in het jaar 2004 in Bwaise, een voorstad van Kampala. Op een maandag in januari wordt Kamu Kintu bij zonsopgang op brute wijze door een uitzinnige menigte vermoord. Dit is het resultaat van een vloek die al eeuwenlang op de Kintu clan rust. Jennifer Nansubuga Makumbi voert de lezer vervolgens terug naar het oude koninkrijk Buganda in het jaar 1750. Kintu Kidda, een machtige Bugandese stamhouder en de oorspronkelijke patriarch van de Kintu-clan, gaat op reis om trouw te zweren aan de nieuwe koning. Het noodlot slaat echter toe als hij zijn ongehoorzame adoptiezoon (die stiekem drinkt uit Kintu’s kalebas) een te harde klap verkoopt, waaraan die overlijdt. Wanneer Twire, de biologische vader van Baale, hierachter komt ontketent hij een vloek die Kintu’s clan nog generaties lang zal blijven achtervolgen. Symptomen van deze vloek zijn onder meer geestesziekte, plotseling overlijden en zelfmoord. Familie staat centraal in Kintu, zowel in gezinsverband als over generaties heen. In boek één lezen we niet alleen hoe de vloek werd afgeroepen over de Kintu-clan, maar ook over het dagelijks leven van Kintu. Nnakato is de liefde van zijn leven, maar op haar aandringen is Kintu ook met haar tweelingzus Babyrie getrouwd. Babyrie schonk Kintu vier tweelingen en Nnakato baarde zijn favoriete zoon Baale. Daarnaast heeft Kintu over het hele land verspreid nog verschillende vrouwen die allemaal een of meerdere kinderen van hem hebben. Deze familiedynamiek vond ik interessant om over te lezen. Nnakato heeft duidelijk de touwtjes in handen en zorgt ervoor dat Kintu tijd doorbrengt met al zijn verschillende echtgenoten. Ook de manier waarop Kintu naar seks kijkt – terwijl de maagden hem als stamhouder van alle kanten opgedrongen worden – vond ik bijzonder. Bij de gedachte aan zijn echtgenotes knarsetandde Kintu van frustratie. Hij voelde zich met handen en voeten gebonden. Hij was een fokstier die midden in een kudde vaarzen was gezet. Hij was ppookino, waarom moest hij iedere vrouw bestijgen die hem werd opgedrongen?
Vanaf boek twee maken we kennis met verschillende afstammelingen van Kintu, zoals Suubi – extreem mishandeld en verwaarloosd als kind toen haar tweelingzus Ssaynu stierf. Haar omgeving verwachtte dat zij ook snel zou sterven, maar ze bewijst iedereen, inclusief zichzelf, het tegendeel. Ieder boek kent veel verschillende personages. Om ze allemaal uit elkaar te houden vind je vooraan een lijst met de belangrijkste personages per boek en een stamboom. Alle verhalen vertellen iets over de geschiedenis van Oeganda. Ieder hoofdpersonage heeft bovendien zijn eigen kijk op het land. Makumbi heeft er bewust voor gekozen om de koloniale tijd over te slaan in haar epos. In een interview met De Volkskrant zegt ze hierover: ‘Toen ik aan Kintu begon, bedacht ik: als ik over het kolonialisme ga schrijven, dan gaan mijn Europese lezers weer alleen naar zichzelf kijken. Maar ik wil dat ze ook eens kijken naar ons, de Oegandezen, hoe mooi we zijn, hoe lelijk, hoe wat dan ook.’ Indirect is het kolonialisme echter wel terug te vinden in Kintu. In boek drie maken we bijvoorbeeld kennis met Kanani Kintu en zijn vrouw Faisi, een zeer fanatiek christelijk koppel. Ze noemen zichzelf ontwaakten, naar een oude geloofsrichting binnen de anglicaanse kerk. De ontwaakten verkondigden al tientallen jaren dat zij de enigen zijn die de juiste koers naar de hemel aanhouden. Zonder de koloniale overheersing en de oplegging van het christendom, had het leven van deze personages er natuurlijk heel anders uit gezien. Wat ik interessant vind aan het verhaal van Kanani en zijn vrouw is niet alleen dat Kanani steeds meer begint te twijfelen aan zijn geloof in God – hebben ze er goed aan gedaan hun kinderen te verwaarlozen om hun leven te wijden aan God? – maar ook het contrast met het geloof van de andere afstammelingen van Kintu. Zo is Miisi Kintu uit boek vijf, opgeleid in Europa en behoorlijk verwesterd, heel cynisch over het christendom. Maar hij heeft dan ook weer geen enkele connectie met de overtuigingen van de rest van de clan. Wanneer alle afstammelingen samenkomen in boek zes, lijdt dit tot interessante en filosofische gesprekken. De auteur zelf blijft voortdurend slechts een observator en kiest geen enkele kant, waardoor de lezer ook niet het gevoel krijgt te moeten kiezen tussen de personages en hun geloofsovertuiging. Sowieso is boek zes, De thuiskomst, een prachtige finale van dit evenzo prachtige boek. Jennifer Nansubuga Makumbi brengt alle personages samen in een reünie nabij het dorp Kiyiika. Ze spreken met elkaar over de gedeelde vloek en proberen deze via rituelen te verbreken. Het is interessant om de verschillende afstammelingen van Kintu allemaal bij elkaar te zien. Bovendien is het verhaal van Kintu in de loop van de eeuwen enorm geëvolueerd. Sleutelfiguur Kintu Kidda lijkt uit het geheugen van Kiyiika gewist, terwijl Nnakato goddelijke proporties heeft aangenomen. Oftewel: hoe de orale tradities ook de loop van een verhaal kunnen beïnvloeden. De grond had een geheugen, dat wist hij zeker. Je kon het niet bevatten, niet zien en niet aanraken, maar hij wist het. Hoe kon hij anders verklaren dat er nu honderd afstammelingen van Kintu op deze plek bijeen waren?
Kintu is een bijzonder mooi en meeslepend boek met levensechte personages. Tegelijkertijd kom je veel te weten over het dagelijks leven in en de geschiedenis van Oeganda. Naast familie en religie komen er veel andere thema’s aan bod, zoals het vereren van voorouders, communicatie met de geesten van de overledenen, de kloof tussen arm en rijk, de verhouding tussen man en vrouw, incest en de uitbraak van de aidsepidemie. Zo is Isaac Newton Kintu uit boek vier zijn vrouw verloren aan HIV en vermoed hij dat hijzelf en zijn zoon Kizza ook ziek zijn. Hij weigert echter een bloedtest uit te laten voeren uit angst voor de ziekte. ‘Waarom vermoedde je het?’
Toch is het niet alleen maar verdriet en ongeluk wat de personages treft. Er zitten ook ontroerende en gelukkige momenten verstopt in het verhaal, evenals hier en daar een grappige zin die bij de lezer een glimlach op het gezicht tovert. Isaac had geen enkel excuus gehad om ter wereld te komen, tenzij je de kont van zijn moeder Nnamata als reden beschouwde, want die was zo fraai als een Plymouth uit 1957 en zo rond als een aardewerken pot.
Met Kintu, een familie-epos over tradities en religie, geeft Jennifer Nansubuga Makumbi niet één maar meerdere gezichten aan de Oegandese geschiedenis. Dit boek smaakt absoluut naar meer. Met dank aan Pelckmans Distributie voor het recensie-exemplaar.
Klik op een cover om mijn recensie te lezen.
Het verhaal van de vloek
Kintu is een verhaal in de sfeer van The Girl with the Louding Voice (Abi Daré) en De rook die dondert (Namwali Serpell).Een familieverhaal over generaties heen
De afstammelingen van Kintu
Jennifer Nansubuga Makumbi schreef ook de verhalenbundel Manchester Happened.Ieder zijn eigen geloof en de thuiskomst
Meeslepend, levensecht en actueel
‘Een vrouw van vroeger ging dood. Ik had het onveilig met haar gedaan.’
Meer Afrikaanse literatuur