- Titel
- Brief aan Cooper en de wereld
- Auteur
- Dalilla Hermans
- Uitgeverij
- Manteau
- Jaar
- 2017
- Pagina's
- 192
Dalilla Hermans werd in 1986 in Rwanda geboren. Ruim twee jaar later werd ze door een Vlaams koppel geadopteerd. Ze groeide op in een klein dorpje in de Kempen, waar ze een van de eersten met een andere huidskleur was. Dat bracht nogal wat uitdagingen met zich mee: Dalilla werd betutteld door zogenaamde progressieve Vlamingen en uitgespuwd door racistische Vlamingen. Maar ze was ook geliefd en werd gewaardeerd door veel meer anderen. In Brief aan Cooper en de wereld vertelt ze haar levensverhaal, doorspekt met lessen die ze haar opgroeiende zoon Cooper wil meegeven. Ik vond dit een prachtig, goudeerlijk en belangrijk boek over opgroeien in Vlaanderen. Over racisme, geadopteerd-zijn en de zoektocht naar de eigen identiteit.
Dat is natuurlijk ook het gekke aan geadopteerd-zijn. Ik heb ergens als kind een nieuwe identiteit opgeplakt gekregen, en er heeft niemand aan mij gevraagd of ik het wel oké vond om de persoon die ik eerst was achter te laten.
Aankomst in België en het eerste Sinterklaasfeest
Ik vind het ontzettend knap hoe Dalilla Hermans in Brief aan Cooper en de wereld zo eerlijk en open over haar eigen leven durft te vertellen. In het eerste hoofdstuk ‘Ga terug naar je eigen land’ beschrijft Hermans haar aankomst in België. Hoe ze hand in hand met haar oudere zus de aankomsthal van de luchthaven binnenliep en meteen de liefde van haar nieuwe papa voelde.
We wisten toen nog niet hoe goed we terecht waren gekomen. Dat deze mensen onze ouders zouden worden en alle grote en kleine zorgen die dat met zich meebrengt zouden dragen. Ze hielden meteen onvoorwaardelijk van ons, hun dochters.
Helaas verloopt haar jeugd niet altijd onbezonnen en al helemaal niet zonder struikelblokken. In ‘Een kind ziet nog geen kleur’ lezen we over het eerste Sinterklaasfeest van Hermans, maar ook dat van Cooper jaren later. Dankzij de Goede Sint beseft Dalilla Hermans op drieënhalf jarige leeftijd voor het eerst dat ze er anders uitziet dan iedereen om haar heen. Zwarte Piet vormt de trigger – en helaas ook het startpunt van een dubbel gevoel dat jaarlijks terugkeert. Dit hoofdstuk legt wat mij betreft heel laagdrempelig uit waarom Zwarte Piet racisme is. Helaas komen de ervaringen van de schrijfster en haar zoontje pijnlijk hard overeen met de manier waarop Akwasi in zijn gedichten over het thema schrijft. Te veel mensen wordt jaarlijks verdriet gedaan onder het mom van ‘een kinderfeest’. Dat moet dringend veranderen.
Een gebrek aan rolmodellen
Niet alleen de decembermaand vormde een obstakel tijdens de over het algemeen vrolijke en gelukkige jeugd van Dalilla Hermans. Hoewel haar ouders ontzettend veel van haar houden en ze veel vrienden en vriendinnen heeft, heeft ze geen rolmodellen om naar op te kijken. Als ze tekent, tekent ze enkel witte figuren. In tijdschriften, op televisie en in de wereld om haar heen ziet ze immers enkel witte mensen.
Niemand die iemand was zag eruit als ik. Niemand die iemand was had haar zoals ik. Niemand die iemand was had een kleurtje zoals ik. Dus hoe kon ik dan iemand zijn?
De auteur spaart zichzelf niet tijdens het schrijven van Brief aan Cooper en de wereld. Dalilla Hermans deelt haar ergste herinneringen aan racistische voorvallen uit haar jeugd. Dat doet ze dus niet alleen met haar zoon, maar met ook met het grotere lezerspubliek – terwijl ze jarenlang tegen niemand iets zei.
Terwijl dat geen zaken waren die je alleen moet doormaken. Geen gevoelens die je alleen moet verwerken.
Ze vertelt hoe ze als veertienjarig tienermeisje na een fuif in de parochiezaal een groepje skinheads tegen het lijf liep. Ze plasten over haar heen. Over die keer dat ze uit de bus werd gezet omdat ze een broodje aan het eten was. Net als vele andere passagiers. De hondendrollen die er door de brievenbus werden geschoven. De oerwoudgeluiden tijdens feestjes. De bekers bier die over haar heen gegooid werden. Je voelt de pijn van Dalilla Hermans doorheen de pagina’s. Het is afschuwelijk dat mensen dit moeten meemaken – en dat mensen elkaar op deze manier behandelen.
‘Je moet daar boven staan’ is de grootste onzin die ze me hebben wijsgemaakt toen ik opgroeide. Als jou onrecht wordt aangedaan, spréék dan! Gil het uit, schrijf het op, fluister het in mijn oor. Maar stop het niet weg, laat het niet gebeuren, voel je niet schuldig. Er is niets mis met jou. Je doet niets verkeerd. Dit hoort er niét ‘gewoon bij’. Je bent geen slachtoffer omdat je je uitspreekt over onrecht. Dat maakt je juist een strijder.
Liefde en uiterlijke schoonheid
Tegelijkertijd maakt Dalilla Hermans de lezer deelgenoot van haar liefdesleven. In ‘liefde is kleurenblind’ beschrijft ze hoe ze de vader van haar kinderen ontmoette, maar ook welke rol haar huidskleur in haar relaties speelt en speelde. Alsook hoe het gebrek aan representatie hier een belangrijke rol in speelde. Zijn knappe vrouwen altijd wit? Als we de media moeten geloven lijkt dat wel zo te zijn.
Ik hoop dat diversiteit op reclameposters, in magazines en op tv over tien jaar zo vanzelfsprekend is dat jullie niet op zoek hoeven gaan naar mensen die op jullie spiegelbeeld lijken om een gezond zelfbeeld te ontwikkelen. Ik zal er alles aan doen jullie duidelijk te maken hoe prachtig je kleurtje is, hoe cool je krullen zijn, hoezeer je het waard bent om graag gezien te worden.
Racisme is van alle tijden
In de laatste drie hoofdstukken van Brief aan Cooper en de wereld maakt de schrijfster komaf met het idee dat racisme niet meer bestaat anno nu. Want dat is helaas wel degelijk het geval. Het lijkt zelfs steeds erger te worden.
Racisme bestaat echt nog wel anno nu. Het valt me op dat iedereen die beweert dat racisme iets van vroeger is, iets wat nu niet meer voorkomt of bijna onbestaande is, een blanke huid heeft. Alleen mensen die er zelf nooit mee in aanraking komen, of tot wie het nooit gericht is, lijken te denken dat het niet meer bestaat.
Hoewel Dalilla Hermans goudeerlijk is in haar beschrijvingen van onze maatschappij, draagt ze ook altijd oplossingen aan. Ondanks het zware thema schrijft ze met humor – en ze schrijft zo beeldend dat je vele situaties voor je ziet (zowel de nare als de mooie gebeurtenissen). Ik vind het knap dat ze de lezer zo aan zich weet te binden en dat ze zo ontzettend zichzelf durft te zijn. Na het lezen van Brief aan Cooper en de wereld voelt het alsof je de schrijfster kent. De volgende keer dat ze belaagd wordt door skinheads of vervelende zatlappen wil je klaarstaan om haar te verdedigen. Niet omdat je denkt dat ze het alleen niet aan kan – want haar kracht voel je door alle pagina’s – maar omdat je wil bijdragen aan een wereld zonder racisme.
Door mijn levensloop met jou en de wereld te delen hoop ik een positieve deining teweeg te brengen. Een motortje in gang te zetten bij jou, of bij iemand anders die dit leest.
Brief aan Cooper en de wereld is het prachtige autobiografische verhaal van Dalilla Hermans. Het boek stroomt over van moederliefde en mooie levenslessen, maar kijkt ook kritisch naar onze maatschappij. Hermans beschrijft haar aankomst in België en haar eerste Sinterklaasfeest. Ze schrijft over de liefde en haar carrière. Maar vooral: over de racistische opmerkingen die ze van kleins af aan naar zich toegesmeten kreeg, waar ze lang niemand over vertelde – zelfs haar ouders en haar beste vriendinnen niet. Met dit boek doorbreekt ze haar stilzwijgen en dat getuigt van lef. Een boek dat de lezer aan het denken zal zetten.
Meer non-fictie boeken over racisme
Klik op een cover om mijn recensie te lezen.