- Titel
- Zwart. Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen
- Samenstellers
- Vamba Sherif
- Ebissé Rouw
- Auteurs
- Simone Atangana Bekono
- Neske Beks
- Heleen Debeuckelaere
- Nozizwe Debe
- Clarice Gargard
- Dallilla Hermans
- Sabrine Ingabire
- Kiza Magendane
- Ahmad Al Malik
- Alphonse Muambi
- Hélène Christelle Munganyende
- Olave Nduwanje
- Melat G. Nigussie
- Seada Nourhussen
- Anousha Nzume
- Olivia U. Rutazibwa
- Babah Tarawally
- Chika Unigwe
- Uitgeverij
- Atlas Contact
- Jaar
- 2018
- Pagina's
- 208
De bloemlezing Zwart. Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen omvat een veelheid aan stemmen in verschillende vormen. Samenstellers Vamba Sherif en Ebissé Rouw hebben essays, jeugdherinneringen, beschouwingen en korte verhalen ondergebracht in deze eclectische bundel. Hoe zeer de in Zwart opgenomen auteurs ook van elkaar verschillen, qua thuisland, qua cultuur en qua taal, ze hebben met elkaar gemeen dat ze het continent van hun (voor)ouders hebben moeten verlaten en dat hun identiteit hybride is. Bovendien is er sprake van veel zelfreflectie onder de schrijvers. Allemaal tonen ze aan dat zwartzijn veel meer is dan alleen kleur.
Van een begrafenis tot een huwelijksaanzoek
Simone Atangana Bekono, bekend van de dichtbundel Hoe de eerste vonken zichtbaar waren, opent Zwart met haar kortverhaal ‘Begrafenis’. In dit verhaal gaat de ik-persoon samen met haar moeder, haar broertje en haar twee zussen naar de begrafenis van oom Frederick. Na afloop is er in het huis van de overleden oom een soort feestje om zijn leven te ere. De hele familie grijpt naar de alcohol.
‘Het aanzoek’ van Babah Tarawally, journalist en schrijver van De god met de blauwe ogen en De verloren hand, is een schattig en ontroerend verhaal waarin Abubakar de familie van Ama om haar hand vraagt. Van de Sudanese schrijver van Met Safaa komt de regen, Ahmad Al Malik, staan zelfs twee verhalen in Zwart. Beide verhalen zijn kort maar krachtig en hebben een licht absurde ondertoon. Zo wordt de dronken ik-persoon in ‘De hond bobby’ na een avondje stappen door de hond aangesproken dat ze ‘geen waardig leven leidt’. ‘Ga trouwen’ verwijd de hond haar zelfs. En in ‘De tank’ koopt iemand een tank en plaatst deze in zijn voortuin. Plots kan hij rekenen op de beste service van de buurtslager en wordt de elektriciteit niet één keer afgesloten, terwijl de buren in het donker zitten. Een potsierlijk verhaal over machtsvertoon.
Misschien wel het mooiste korte verhaal in Zwart is geschreven door Anousha Nzume, auteur van Hallo witte mensen. ‘Drop the world’ gaat over een basisschoolleerling die een verdriet met zich meedraagt, net als de bibliothecaresse. Een klein, emotioneel kleinood tussen de daverende essays.
Klimmen in (flamboyante) bomen
‘Bij ons thuis was eer belangrijker dan brood. Wij stierven liever van de honger dan dat we bij mensen gingen bedelen. Dit is het levenskompas dat mijn leven van mijn geboorteplaats Lubumbashi tot aan mijn woonplaats Den Haag, bepaalt.’ schrijft Alphonse Muambi, opiniemaker, lobbyist en auteur van Democratie kun je niet eten, in ‘Vertrekken naar het buitenland is klimmen in de boom’.
Sabrine Ingabire (journaliste bij NRC, De Morgen en MO*) schrijft in ‘Het kleine magere meisje’ over het zwarte, kleine, magere meisje dat ze ooit was. Eerst op Rwandese bodem, later in België. Dit verhaal over zelfaanvaarding is prachtig geschreven van begin tot eind. Tijdens het lezen moest ik zelfs een beetje huilen. Het is bewonderenswaardig hoe moedig en sterk Ingabire is.
Ook Vamba Sherif, schrijver van De zwarte Napoleon, De getuige, Zwijgplicht, Het koninkrijk van Sebah en Het land van de vaders, kiest voor een persoonlijke invalshoek in zijn verhaal ‘Flamboyante bomen’. Sherif gaat na twintig jaar terug naar zijn geboorteland Liberia. De aanleiding is de dood van zijn moeder, jaren geleden, en de tegenstrijdige berichten omtrent haar overlijden. Hij moet weten hoe ze gestorven is.
‘Vraag nooit naar de afwezigen,’ zei mijn broer. ‘Omdat je geschokt zult zijn als je erachter komt dat die enge jeugdvriend, geliefde tante of oom gedood is. of erger: dat ze zich bij de rebellen hebben aangesloten om hun eigen mensen om te brengen. Wees stil en wacht gewoon tot men je over de vermisten of de doden vertelt.’
~ Vamba Sherif
In het autobiografische verhaal ‘Imana ikurinde’ gaat de zwarte, non-binaire trans femme, feminist, neuro-atypisch en veganist Olave Nduwanje op familiebezoek in Burundi. ‘Ik moet mijn vaders en moeders oordeel over mijn seksualiteit keihard, in hun bijzijn, negeren.’ In Burundi moet ze haar vader, moeder en broers trotseren. En dan neemt haar moeder haar in een taxi mee voor een exorcisme…
Wit privilege en interraciale relaties
In het goed geschreven essay ‘Gemengd gevoel’ kadert filmmaker, multidisciplinair kunstenaar en schrijfster van De kleenexkronieken Neske Beks de term white privilege. ‘Niemand wordt graag racist genoemd. Wel, lieve mensen, wake up to reality: we zijn het allemaal.’ schrijft ze. Beks schrijft, bewust van haar eigen witte, eurocentrische perspectief op de wereld, over opgroeien in een witte omgeving. Vooral de geschiedenislessen waren een doorn in het oog van de jonge zwarte schoolgaande vrouw. Helden waren enkel witte mensen, terwijl zwarte mensen veelal gerepresenteerd werden als slachtoffers van armoede en daders van geweld. Belangrijke zwarte schrijvers, denkers activisten en kunstenaars ontbreken bovendien in het curriculum. Evenals de koloniale zwarte bladzijden van België en Nederland. Beks weet treffend alledaagse vormen van racisme die zelfs binnen goede vriendschappen bestaan op papier te zetten. Bovendien uit ze terechte kritiek op het ‘zwarte gat’ in de ontwikkeling van witte en niet-witte studenten.
Steeds weer blijkt het moeilijk te zijn om witte mannen te laten beseffen dat de wereld voor hen toch net iets soepeler draait dan voor alle anderen, die ónder hen op de hiërarchische ladder staan.
~ Neske Beks
Seada Nourhussen, hoofdredacteur van OneWorld, sluit met de briefwisseling ‘Geen goed nieuws’ aan bij de thematiek van Beks. Ze beseft dat witte mannen en vrouwen zoveel ruimte innemen. Zowel figuurlijk – in debatten bijvoorbeeld – als letterlijk, in publieke ruimtes. Voor witte mensen zijn veel zaken vanzelfsprekend. Nourhussen komt, net als de Britse auteur Reni Eddo-Lodge (Waarom ik niet meer met witte mensen over racisme praat), tot de conclusie dat ze niet meer zo goed met witte mensen over racisme kan praten.
Racisme is in Nederland een mening. Geen feit. Met dat startpunt is een finish in geen honderd jaar in zicht.
~ Seada Nourhussen
Journaliste Melat G. Nigussie stelt in ‘Liefde in tijden van racisme’ de vraag of liefde kan overleven in een sfeer van vijandigheid en racisme. Ze schrijft over haar interraciale relaties en de reacties die dit oproept bij zowel witte als zwarte mensen.
Afropunk, zwarte gedachten en paniekaanvallen
Journaliste Hélène Christelle Munganyende doet met ‘Paris Noir’ verslag van een bezoek aan Afropunk. ‘Ik was zeker Afro, maar was ik wel punk genoeg?’ Met gezonde spanning en vlinders in haar buik komt Munganyende terecht in een creatieve safe space waar ze even buiten de realiteit van de vaak overweldigend witte maatschappij kan bestaan. Naast een fijn festivalverslag, reflecteert de auteur ook op schrijven vanuit de positie van een zwarte vrouw.
Lezers en beschouwers zullen sneller de aanname hebben dat het schrijfwerk dat ik publiceer ook inherent zwart is. Daartegenover staat dat teksten van witte schrijvers niet als inherent wit worden gezien, maar als neutraal.
~ Hélène Christelle Munganyende
In de beschouwing ‘Zwarte gedachten’ ligt Dalilla Hermans, auteur van de boeken Brief aan Cooper en de wereld, Brown Girl Magic en Black-Out op de massagetafel van een witte masseuse. Ze maakt de lezer deelgenoot van de gedachtes die ze op dat moment heeft over zichzelf, haar lichaam en haar huidskleur. Heleen Debeuckelaere, historica, schrijfster en organisator, lijdt al tien jaar onder paniekaanvallen. Met de beschouwing ‘Het trauma van een ander’ schrijft ze een heel persoonlijk verhaal over hoe de zesde psychotherapeut die ze bezoekt haar wijst op haar collective trauma. Ze is heel open en stelt zichzelf kwetsbaar op.
Navigeren in de realiteit
De grootste verrassing in Zwart is misschien wel Nozizwe Dube, rechtenstudente en ex-voorzitter van de Vlaamse jeugdraad. Ze werd in 2017 verkozen tot Young European of the Year door Schwarzkopf Stiftung, een organisatie die al 20 jaar jongeren bekroond voor hun maatschappelijke inzet in Europa. In haar jeugdherinnering ‘Navigeren tussen twee werelden’ schrijft ze op beklijvende manier over onderhuids racisme op de middelbare school. Bovendien kaart ook zij aan hoe weinig kennis er over Afrika is in België.
Van jongs af aan hadden veel jongen Zimbabwanen geleerd zich te navigeren in de Afrikaanse én westerse realiteit. Ik stelde vast dat dit andersom niet was gebeurd. Mijn Europese leeftijdsgenoten kenden alleen een eenzijdig relaas over mensen zoals ik.
~ Nozizwe Dube
Clarice Gargard, journalist, columnist, filmmaker en schrijfster van Drakendochter, licht in ‘Wat als de hand die je voedt ook een wapen is’ alvast een tipje van de sluier van haar debuutroman op. Gargard gaat in Liberia op onderzoek naar een verborgen kant van haar vader. Ze kent hem als een idealist die zich inzette voor minderbedeelden en streed voor rechtvaardigheid. Maar gaandeweg komt ze erachter dat hij jarenlang werkte voor de gruwelijke dictator Charles Taylor. Hoe kan iemand die zoveel goeds zei te willen doen voor een tiran hebben gewerkt? Hoe zijn deze twee kanten in een mens te verenigen? Ik ben heel benieuwd om de rest van Gargards familieverhaal te ontdekken in haar debuutroman.
Hoop voor de toekomst
In ‘Anekdoktes om rond de tafel te vertellen’ verzamelt Chika Unigwe, auteur van De feniks, Fata Morgana, Nachtdanser, De smaak van sneeuw en De zwarte messias, anekdotes omtrent racisme en het gebrek aan representatie van zwarte mensen in de samenleving. Zo wil Sara, het dochtertje van een Nigeriaanse vriendin van de auteur, juf worden. ‘Maar eerst, zei ze, moet ze blank worden, want ze heeft nog nooit in haar leven een zwarte juf gezien.’ Sara wordt door twee jongetjes in haar klas uitgescholden voor Zwarte Piet. ‘Sara gelooft in de Sint en in Zwarte Piet en in de Kerstman, maar als ik begin over een zwarte juf, kijkt Sara me aan alsof ik gek geworden ben.’
De toekomst van mijn droom is een nieuw, kleurrijker België waarin ieder de kans krijgt om zijn droom werkelijkheid te maken, een toekomst waarin een Afrobelg die huisarts of advocaat of bankbediende of juf of docent is, even normaal is als een Afrobelg die poetsvrouw is. Een België waarin we ons allemaal thuisvoelen.
~ Chika Unigwe
‘In een ideale wereld speelt huidskleur, afkomst of uiterlijk geen rol als je aanspraak wilt maken op veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid.’ schrijft Olivia U. Rutazibwa (doctor in de politieke wetenschappen, columnist en journalist) in haar essay ‘Bruine vrouwenlijven’. In de realiteit gaat iedereen die buiten de witte, mannelijke norm valt gebukt onder alledaags racisme, geweld en onderdrukking. Toch heeft politicoloog Kiza Magendane in ‘Wij zijn meer dan onze kleur’ hoop op een betere toekomst. ‘Over vijftig jaar moet deze bundel overbodig zijn, omdat het normaal zal zijn dat de zogenaamde zwarte schrijvers niet in het hokje ‘zwart’ gebundeld worden en geen beschouwing over hun lichaam zullen geven. Wij zijn meer dan onze kleur.’
Deze laatste gedachte moeten ook de samenstellers van Zwart hebben gehad toen ze alle schrijvers samenbrachten in deze Afro-Europese bloemlezing. Ieder van hen is zoveel meer dan slechts hun huidskleur. Voor mij was dit een fijne kennismaking met heel wat auteurs en journalisten – stuk voor stuk talenten om in de gaten te houden.
Meer boeken van de auteurs van Zwart
Klik op een cover om mijn recensie te lezen.